juli 2017
De MiNa-ploeg aan het werk in de Kleiputten op de foto's hieronder. Voor de eerste maal wordt er sinusbeheer toegepast. Sinusbeheer zorgt voor meer variatie in het hooiland. Als je rekening wil houden met de insecten is het van belang dat er zolang mogelijk bloeiende planten zijn voor nectar en stuifmeel. Insecten moeten zich ook kunnen voortplanten en plekjes vinden om te overwinteren. Daarvoor is variatie nodig: kort gras, lang gras, ruigte, diversiteit aan planten, enz. zo vindt een breed gamma aan insecten de ideale omstandigheden om zich te voeden, voor te planten en te schuilen. Als beheerder zoek je naar het juiste tijdstip van maaien. Wat laat ik staan en wanneer wordt welk stuk gemaaid? In het kort komt sinusbeheer erop neer dat je zelf bepaalt waar, wanneer en hoe vaak je maait, mits er bij elke maaibeurt maar wel een bepaald oppervlak blijft staan. Door elke keer in wisselende patronen (sinussen) te maaien ontstaat er een maximum aan variatie.